• een·heids·ge·dach·te
enkelvoud meervoud
naamwoord eenheidsgedachte eenheidsgedachtes
eenheidsgedachten
verkleinwoord

de eenheidsgedachtev

  1. de idee dat iets dat nu nog verdeeld is eigenlijk tot een eenheid gesmeed zou moeten worden
     Doch de Germanen schenen redelijker dan vermoed, en ondanks de verscheidenheid van stammen en rijken, bleef de eenheidsgedachte aan het Romeinse Rijk naleven. De rol van de Kerk is hierin primordiaal. Gedurende meer dan vijfhonderd jaar zou ze de enige burcht zijn, die de oude klassieke beschaving bewaarde. en van generatie op generatie overbracht. Ook die geschriften van Romeinse auteurs, die niet meer overeenkwamen met de ethiek van het Christendom, werden zo overgeleverd.[1]
  1.   Weblink bron
    LUDO MILIS
    “De Europese eenheid en eenheidsgedachte” (Antwerpen 1940.), DBNL