ecotoeristisch
- eco·toe·ris·tisch
- Afleiding van toeristisch met het voorvoegsel eco-
- Afleiding van ecotoerist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ecotoeristisch | ecotoeristischer | |
verbogen | ecotoeristische | ecotoeristischere | |
partitief | ecotoeristisch | ecotoeristischers | - |
ecotoeristisch
- een plaats die veel ecotoeristen aantrekt
- Kaapstad werd in de krant als ecotoeristisch aangeduid.
- Het woord 'ecotoeristisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.