ebbenhouten
  • eb·ben·hou·ten
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ebbenhouten
verbogen
partitief ebbenhoutens s -

ebbenhouten [1]

  1. gemaakt van zwart gekleurd hardhout
     Afgelopen seizoen ontving Limbombe de Ebbenhouten Schoen, de trofee die jaarlijks wordt uitgereikt aan de beste speler van Afrikaanse afkomst in de Belgische hoogste klasse.[2]
     Omdat een deurkruk minder ingrijpend is dan een nieuwe deur, kun je daarmee best experimenteren, denkt zij. Er zijn bijvoorbeeld jaren 30-modellen, met mooie details en een ebbenhouten grip, of modellen die zich kenmerken door een robuuste vormgeving, die mooi past bij een industrieel interieur.[3]
  1. kunstkabinet met ingelegde rechthoeken landschapsmarmer, objectnr 8309-A.JPGM015511.re.1 Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Oud-NEC'er Limbombe levert Club Brugge aardig zakcentje op” (21-08-2018), NOS
  3.   Weblink bron
    Marie-Louise Hoogendoorn
    “Je saaie deur pimpen: zijn er ook andere opties dan staal en glas?” (21-10-2020), Tubantia