Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • e-tic·ket
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Engelse ticket met het voorvoegsel e-
enkelvoud meervoud
naamwoord e-ticket e-tickets
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

e-ticket m / o

  1. (informatica) een elektronisch ticket dat wordt verzonden via internet
    • De tenaamstelling op het e-ticket dient gelijk te zijn aan uw identiteitsbewijs. 

Gangbaarheid

Meer informatie