Temmincks dwergspecht
  • (IPA in voorbereiding)
  • dwerg·spech·ten
enkelvoud meervoud
naamwoord dwergspechten
verkleinwoord

de dwergspechtenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dwergspecht
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (spechtvogels) Picumninae   een onderfamilie binnen de orde van de spechtvogels en de familie van de spechten. In tegenstelling tot de echte spechten steunen dwergspechten niet met hun staart(pennen) tegen de stam, daarvoor zijn hun staartveren niet stevig genoeg. Bovendien maken ze zelf geen holen zoals de echte spechten, want hun snavel is daarvoor te zwak. Ze lijken qua gedrag daarom meer op boomklevers. Zoals de naam al aangeeft zijn dwergspechten gemiddeld ook kleiner dan de echte spechten, hun lengte ligt rond de 10 cm. Soorten uit de geslachten Picumnus   en Nesoctites   komen alleen voor in Midden-Amerika en het Caraïbisch gebied, met als uitzondering de Aziatische dwergspecht. Het geslacht Sasia   heeft soorten in Afrika en Azië