Nederlands

 
drogerij voor tabak
Uitspraak
Woordafbreking
  • dro·ge·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drogerij drogerijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

drogerij v [2]

  1. plaats waar men de was kan drogen
  2. bedrijf dat gespecialiseerd is in het drogen van kruiden, tabak, vis en dergelijke
    • De politie viel binnen nadat buurtbewoners hadden geklaagd dat er regelmatig 'ongure types' bij de woning rondhingen. In de woning stond professionele weeg- en verpakkingsapparatuur. Ook was er een zogeheten drogerij in het pand. [3] 
    • Procureur Wilfried Vandenbussche vraagt de rechter in Veurne om het bedrijf Samagro aan de Beverenstraat in Leisele een maand te sluiten. Dat moet de NV Samagro en bedrijfsleider Johan Samyn ertoe aanzetten om bijkomende maatregelen te nemen tegen de geurhinder die de drogerij van kippenmest verspreidt. [4] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen