drinkwatervoorziening

Nederlands

 
drinkwatervoorziening van Nederland
Uitspraak
Woordafbreking
  • drink·wa·ter·voor·zie·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drinkwatervoorziening drinkwatervoorzieningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de drinkwatervoorzieningv

  1. het geheel van maatregelen en voorzieningen die ervoor zorgen dat er voldoende schoon water beschikbaar is voor menselijke consumptie
     Wie nu een slokje uit de Maas (of een andere Nederlandse rivier) neemt, loopt het risico resten van medicijnen, bestrijdingsmiddelen, huishoudelijke en industriële middelen en zware metalen binnen te krijgen. Antropogene verontreiniging, noemt hoogleraar drinkwatervoorziening(TU Delft) Jan Peter van der Hoek dat.[2]
     De Rekenkamer adviseert de provinciebesturen om met gemeenten te bespreken welke rol de verplichte watertoets kan spelen bij het waarborgen van de kwaliteit van de drinkwatervoorziening.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “De vrouw die de rivieren gaat redden: ‘Slechts een paar generaties geleden konden we er nog uit drinken’” (6 december 2019), de Volkskrant
  3.   Weblink bron
    Niek Megens
    “Kwaliteit van grondwater delen Oost-Nederland beneden peil” (05-06-2019), Tubantia