Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drink·ont·bijt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drinkontbijt drinkontbijten
verkleinwoord drinkontbijtje drinkontbijtjes

Zelfstandig naamwoord

het drinkontbijto

  1. ontbijt bestaande uit een combinatie van een zuivel- en een vruchtendrank met voedingsvezels voor wie geen zin heeft om te kauwen

Gangbaarheid