De Regina Maris is een driemastschoener.
  • drie·mast·schoe·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord driemastschoener driemastschoeners
verkleinwoord - -

de driemastschoenerm

  1. (scheepvaart) type langsgetuigd zeilschip met drie masten, meestal gebruikt voor de zeevaart
     Er gebeurt eigenlijk niets bijzonders in het stadje: zeemeeuwen vliegen rond de stadsklok of de vuurtoren, er liggen wat netten te drogen, een leidekker zet waarschuwingsborden bij de kerk waar hij de spits van aan het vergulden is; er is een school, een postkantoor in een winkel, visloodsen, kippenrennen en een driemastschoener in het dok.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. driemastschoener op website: Etymologiebank.nl
  3. Kroniek & Kritiek : Letterkunde : Poëzie : Precisie en te veel details : Marianne Moore in: De Gids., jrg. 131 nr. 9/10 (november/december 1968), Stichting De Gids, Amsterdam, p. 299