driehonderdenzevenendertig

Nederlands

0	3	3	7

driehonderdenzevenendertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdenzevenendertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈzevənənˌdɛrtəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'driehonderdennegenendertig': /ˌdrihɔndərtɛnˈzøvənənˌdɛrtəx/

Woordafbreking

• drie·hon·derd·en·ze·ven·en·der·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  zevenendertig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdenzevenendertig

1. "337", langere vorm van driehonderdzevenendertig, driehonderd plus zevenendertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenzevenendertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenzevenendertig. 

Synoniemen

• driehonderdzevenendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenzevenendertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderdenzevenendertigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenzevenendertig" ht als linkerdeel

• driehonderdenzevenendertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdenzevenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.