driehonderdenzesendertig
0 | 3 | 3 | 6 |
driehonderdenzesendertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdenzesendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈzɛsənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen)
- drie·hon·derd·en·zes·en·der·tig
driehonderdenzesendertig
- "336", langere vorm van driehonderdzesendertig, driehonderd plus zesendertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft driehonderdenzesendertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenzesendertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- driehonderdzesendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenzesendertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenzesendertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'driehonderdenzesendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)