driehonderdenvijfenveertig
0 | 3 | 4 | 5 |
driehonderdenvijfenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdenvijfenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈvɛifənˌfertəx / (8 lettergrepen)
- drie·hon·derd·en·vijf·en·veer·tig
driehonderdenvijfenveertig
- "345", langere vorm van driehonderdvijfenveertig, driehonderd plus vijfenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft driehonderdenvijfenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenvijfenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- driehonderdvijfenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenvijfenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenvijfenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'driehonderdenvijfenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)