driehonderdentweeëndertig

Nederlands

0	3	3	2

driehonderdentweeëndertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdentweeëndertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈtwejənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• drie·hon·derd·en·tweeën·der·tig, drie·hon·derd·en·twee·en·der·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  tweeëndertig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdentweeëndertig

1. "332", langere vorm van driehonderdtweeëndertig, driehonderd plus tweeëndertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdentweeëndertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdentweeëndertig. 

Synoniemen

• driehonderdtweeëndertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdentweeëndertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderdentweeëndertigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdentweeëndertig" ht als linkerdeel

• driehonderdentweeëndertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdentweeëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.