driehonderdeneenenveertig
0 | 3 | 4 | 1 |
driehonderdeneenenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdeneenenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈenənˌfertəx / (8 lettergrepen)
- drie·hon·derd·en·een·en·veer·tig
driehonderdeneenenveertig
- "341", langere vorm van driehonderdeenenveertig, driehonderd plus eenenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft driehonderdeneenenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdeneenenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- driehonderdeenenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdeneenenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "driehonderdeneenenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'driehonderdeneenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)