drieëntwintigjarig
- Geluid: drieëntwintigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdrijənˌtwɪntəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- drieën·twin·tig·ja·rig, drie·en·twin·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van drieëntwintig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | drieëntwintigjarig |
verbogen | drieëntwintigjarige |
partitief | drieëntwintigjarigs |
drieëntwintigjarig
- 23 jaren durend
- Gedurende dit drieëntwintigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 23 jaar
- Bij de brand viel helaas een drieëntwintigjarig slachtoffer.
- Het woord drieëntwintigjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.