Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dreig·te·le·foon·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord dreigtelefoontje dreigtelefoontjes

Zelfstandig naamwoord

het dreigtelefoontjeo

  1. kort telefoongesprek waarin een bedreiging wordt geuit
     Later bood Wulff zijn excuses aan, maar hij ontkende dat het om een dreigtelefoontje ging.[1]
     The Washington Post schrijft dat het ging om een dreigtelefoontje. "Ik zal iedereen vermoorden. Mijn vriend heeft het karwei niet afgemaakt", zou de beller hebben gezegd.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Christian Wulff: de affaires” (Vrijdag 17 februari 2012, 11:07), NOS
  2.   Weblink bron “Beller: ik maak karwei Newtown af” (Zondag 16 december 2012, 19:26), NOS