telefoontje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  telefoontje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·le·foon·tje

Zelfstandig naamwoord

het telefoontje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord telefoon
2. kort gesprek via de telefoon

Gangbaarheid

• Het woord telefoontje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telefoontje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.