Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drei·ge·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dreigement dreigementen
verkleinwoord dreigementje dreigementjes

Zelfstandig naamwoord

het dreigemento

  1. woorden waarmee je iemand bang probeert te maken om een gewenst doel te bereiken
    • Het dreigement om te stoppen met de subsidie werd aangegrepen om een spoedoverleg in te plannen. 
     Woensdag trad Obama voor het eerst publiekelijk naar buiten als elder statesman. In een Zoom-verbinding met niet-witte jongeren sloeg hij een volstrekt andere toon aan dan Trump, die zich vooral heeft beperkt tot dreigementen en het zwartmaken van betogers als links tuig.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. dreigement op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Theo Koelé
    “De maat is vol, Obama keert zich tegen zijn opvolger Trump” (4 juni 2020), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be