douanier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dou·a·nier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | douanier | douaniers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de douanier m
- (beroep) ambtenaar bij de douane, douaneambtenaar, douanebeambte
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord douanier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "douanier" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be