doorwerken
- Geluid: doorwerken (hulp, bestand)
- door·wer·ken
- samenstelling van door bw en werken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorwerken |
werkte door |
doorgewerkt |
zwak -t | volledig |
doorwerken [1]
- onovergankelijk werken zonder ophouden, werken zonder pauze
- Hij heeft de hele zomer doorgewerkt.
- onovergankelijk (o.a. van krachten) zijn werking geleidelijk verder uitstrekken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorwerken |
doorwerkte |
doorwerkt |
zwak -t | volledig |
doorwerken [2]
- overgankelijk ten einde toe bestuderen
- overgankelijk bewerken door iets toe te voegen
- Het woord doorwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorwerken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be