Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·trek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doortrekking doortrekkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de doortrekkingv

  1. het verlengen van iets naar een nieuwe bestemming met name van (spoor)wegen
     De doortrekking van de A15 in Gelderland is een stap dichterbij. Minister Schultz heeft haar handtekening gezet onder het besluit voor de uitbreiding van de snelweg. Omroep Gelderland was erbij.[2]
     Beide echtparen kunnen geen kant op door onzekerheid vanwege plannen voor eerst de Betuwelijn en later de doortrekking van de A15 rondom hun woning. De betrokkenen, uit de buurtschappen Boerenhoek en Helhoek, willen hun huis verkopen. Maar de onduidelijkheid rond de bouwplannen schrikt potentiële kopers af, schrijft de ombudsman.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Mijlpaal voor A15: minister Schultz tekent voor doortrekking” (Woensdag 8 maart 2017, 15:20), NOS
  3.   Weblink bron “Ombudsman: echtparen gemangeld” (Zondag 13 oktober 2013, 20:44), NOS