doorschakelen
- door·scha·ke·len
- samenstelling van door en schakelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorschakelen |
schakelde door |
doorgeschakeld |
zwak -d | volledig |
doorschakelen [1]
- overgankelijk (van een telefoonverbinding) doorverbinden naar een ander toestel of telefoonnummer
- Het woord doorschakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.