doorroken

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• Geluid:  dóórroken    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈdorokə(n) / (3 lettergrepen)
• Geluid:  doorróken    (hulp, bestand)
  • IPA: / doˈrokə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• door·ro·ken

Woordherkomst en -opbouw

• dóórroken: samenstelling van  door bw "[1.1]"  en  roken ww 
• doorróken: samenstelling van  door bw "[2.2]"  en  roken ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
doorroken	rookte door	doorgerookt
zwak -t	volledig

Werkwoord

dóórroken

1. inergatief het gebruik van tabak blijven voortzetten

   • Stappers kunnen nog even doorroken: Meeste horecazaken houden zich aan een rookverbod per 1 juli.  
   • Decennia lang doorroken kan de laatste levensfase enorm zwaar maken. ,,Denk maar eens aan iemand met zware astma of COPD die jarenlang een zuurstofpomp met zich mee moet zeulen.”  

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
doorroken	doorrookte	doorrookt
zwak -t	volledig

Werkwoord

doorróken

1. overgankelijk helemaal met rook vullen of bewerken

   ▸ ⧖ Het menigvuldige voorkomen van dit vergift in Wurtemberg schijnt van de aldaar gebruikelijke bereiding der worsten af te hangen. De massa wordt namelijk met veel ketelnat en zuur bevorderende bijvoegselen in de varkensmagen gevuld, welke door derzelver grootte en gedaante het noodige gaarkoken en doorroken beletten.

Verwante begrippen

• uitroken

Gangbaarheid

• Het woord doorroken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorroken" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.