Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·bre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorbreking doorbrekingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de doorbrekingv

  1. de keer dat men met kracht een doorgang maakt of een hindernis opheft
     De Eerste Kamer heeft met een overgrote meerderheid ingestemd met een wetsvoorstel waarin dat wordt geregeld. De behandeling in de senaat heeft lang geduurd en er was veel aarzeling over de doorbreking van het medisch beroepsgeheim, maar uiteindelijk stemde alleen de Partij voor de Dieren tegen. De Tweede Kamer had het voorstel al in 2012 aangenomen.[2]
     Op de wandeling over de expositie is het een behoorlijke opgave om niet aan Lynch' eigen films te denken. De afbeeldingen, hun sfeer en samenhang laten vol stijlverschil allerlei vormen van duisternis, mismaaktheid en verval zien. Het geheel verhaalt over passie voor de donkerheid van het bestaan. Met doorbreking van alle grenzen is het met kots en al een vertoning vol harde, rauwe schoonheid.[3]
     "Het zorgt voor ongewenste doorbreking van de continuïteit op afdelingen en vergt extra inwerktijd en aanpassingsvermogen van onze eigen medewerkers", aldus het Antonius Ziekenhuis in Utrecht, waar de geboortezorg tijdelijk ingeperkt is als gevolg van tekorten. "Verder stijgen de kosten van de zorg door de inzet van detacheerders. En geeft het scheve ogen bij ons eigen personeel, vanwege de hogere salarissen die detacheringsbureaus bieden."[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Rechter mag medisch dossier inzien voor tbs” (Dinsdag 23 januari 2018, 17:40), NOS
  3.   Weblink bron “David Lynch' rauwe schoonheid te zien in Maastricht” (Vrijdag 30 november 2018, 09:24), NOS
  4.   Weblink bron
    Rinke van den Brink, Roselien Herderschee en Ardi Vleugels
    “Personeelstekorten ziekenhuizen nemen dramatisch toe” (Zaterdag 2 juni 2018, 06:59), NOS