Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·bo·ren·de blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorborende blik doorborende blikken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de doorborende blikm

  1. (figuurlijk) zeer indringende manier van kijken; drukt dikwijls afkeer van of zorg over wat wordt bekeken of onderstreept de intensiteit waarmee iets wordt gedaan
    • Terwijl de scherpe blik de doorborende blik is, die zowel een negatie inhoudt van dat wat getroffen wordt als de intentie om het getroffene te doorzien, te doorsteken met de blik, is de rustende blik op de dingen en mensen een verwijlende blik. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen