doodsmak
- dood·smak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doodsmak | doodsmakken |
verkleinwoord |
de doodsmak m
- een dodelijke val
- ▸ De brandweer heeft in Beverwijk een jongetje gered dat in een flat was achtergelaten. Voorbijgangers hadden alarm geslagen toen ze hem uit een open raam op de eerste verdieping zagen hangen. Ze waren bang dat hij een doodsmak zou maken.[2]
- ▸ Een Nederlander heeft ternauwernood een val van een 1200 meter hoge klip in Sri Lanka overleefd. De man maakte bijna een doodsmak bij de toeristische trekpleister World's End, schrijft het Franse persbureau AFP.[3]
- (figuurlijk) een ernstig val
- ▸ Aan de voet van de Paterberg reed hij nog op 0.45 seconden van het peloton. Met een ongelooflijke inspanning dichtte Van der Poel de kloof in amper vijftien kilometer. Daarna begon hij tevergeefs ook direct aan te vallen, alsof hij niet net een doodsmak had gemaakt.[4]
- Het woord doodsmak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Brandweer bevrijdt jochie uit flat” (Donderdag 17 december 2015, 17:28), NOS
- ↑ Weblink bron “Nederlander overleeft val van het Einde van de Wereld” (Zaterdag 21 februari 2015, 17:19), NOS
- ↑ Weblink bron “Bettiol verrast Van der Poel en co met eerste profzege in Vlaanderen” (Zondag 7 april 2019, 17:06), NOS