doodkloppertje
- dood·klop·per·tje
- samenstelling van dood zn en kloppertje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doodkloppertje | doodkloppertjes |
verkleinwoord |
het doodkloppertje o
- Anobium punctatum gewone houtwormkever
- ▸ Mevrouw Ford zei altijd dat de houtwurm en het doodkloppertje het huis afgebroken zouden hebben - en gauw ook - als zij niet op tijd in de familie was gekomen.[1]
- Het woord 'doodkloppertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Victoria Holt“Gevangene van de Pasja” (1989), Saga, ISBN 9788726484915