donkere winteruil
- (IPA in voorbereiding)
- don·ke·re win·ter·uil
- verbinding van donkere en winteruil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | donkere winteruil | donkere winteruilen |
verkleinwoord | donker winteruiltje | donkere winteruiltjes |
de donkere winteruil m
- (vlinders) Conistra ligula een nachtvlinder uit de familie Noctuidae, de uilen. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 13 en 15 millimeter. De soort komt voor in Midden- en Zuid-Europa. Hij overwintert deels als ei, deels als imago, het zijn vooral vrouwtjes die overwinteren als imago. Het biotoop van de donkere winteruil is vooral bos, maar ook open agrarisch land
- Het woord 'donkere winteruil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.