domineesvrouw

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  domineesvrouw    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• do·mi·nees·vrouw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dominee zn  en  vrouw zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	domineesvrouw	domineesvrouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de domineesvrouw v

1. echtgenote van een protestantse predikant

   ▸ Chastain zegt dat het verhaal van domineesvrouw Tammy Faye Bakker kan inspireren tot "daden van radicale liefde" die wetten kan bestrijden die in de VS steeds vaker tegen de lhbti-gemeenschap worden aangenomen. "Dit soort wetten wil ons alleen verder verdelen."

   ▸ In 1950 trouwde Maartje, dochter van de smid in Putten, met dominee Aat Kornet. Ze doorkruisten als echtpaar heel Nederland om als laatste terecht te komen bij de Gereformeerde Kerk in Nijverdal. Als domineesvrouw had ze volgens haar kinderen precies die eigenschappen om haar man bij te staan in zijn ambt. „Ze heeft altijd heel veel vrijwilligerswerk gedaan voor de kerk en ging vaak op bezoek bij mensen die het nodig hadden. Meestal nam ze dan een pannetje soep mee”, vertelt dochter Marthie. „In het jaar 2000 overleed mijn vader. We dachten dat ze het heel erg moeilijk zou krijgen, maar gelukkig kon ze zich de jaren daarna nog prima redden. Elf jaar geleden is ze hier komen wonen.”

Gangbaarheid

• Het woord domineesvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.