domeinstelsel
- do·mein·stel·sel
- samenstelling van domein en stelsel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | domeinstelsel | domeinstelsels |
verkleinwoord | domeinstelseltje | domeinstelseltjes |
het domeinstelsel o
- (geschiedenis) een in de Vroege Middeleeuwen ontstane wijze van exploitatie van landgoederen (hoven, domeinen) op basis van het tweeledig domein
- Het woord 'domeinstelsel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.