domatium
- do·ma·ti·um
- Leenwoord uit het Latijn.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | domatium | domatia |
verkleinwoord | domatiumpje | domatiumpjes |
het domatium o
- (beschrijvende plantkunde) een hol orgaan waarin een plant aan andere organismes, zoals mieren, roofmijten, schimmels mutualistische gastvrijheid biedt
- Roofmijten blijken een enorme voorkeur te hebben om hun eieren af te zetten in domatia [1]
1. een hol orgaan waarin een plant aan andere organismes, zoals mieren, roofmijten, schimmels ...
- Het woord 'domatium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
domatium | domatiums, domatia |
domatium