dogla
- dog·la
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dogla | dogla's |
verkleinwoord |
- iemand van gemengd ras
- iemand van gemengd Hindoestaanse en Creoolse afkomst
- ▸ Van de 72.340 Surinamers met een gemengde afkomst, hebben er vervolgens 14.651 een ‘volbloed’ Hindoestaanse vader of moeder. Mensen met gedeeltelijk Hindoestaans en gedeeltelijk Afro-Caraïbisch bloed worden ook wel Dogla genoemd in de volksmond.[2]
- ▸ Een ander woord is Dogla, waarmee de kinderen van de kruising tussen Hindostaans en Negerbloed worden aangeduid.[3]
- dougla
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dogla staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ dogla op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Hindoestanen” (geraadpleegd 8 maart 2021), Wikipedia
- ↑ Weblink bron Nieuws van Overal: De Hindostani's in het Nengré in: Het nieuws, algemeen dagblad (05-06-1948), A.J. Morpurgo, Paramaribo, p. 4 op Delpher.nl