• doem·sce·na·rio
enkelvoud meervoud
naamwoord doemscenario doemscenario's
verkleinwoord

het doemscenarioo

  1. een voorspelling die inhoudt dat er iets verschrikkelijks gaat gebeuren
    • Er zijn vier scenario’s: kampioen uit, kampioen thuis, kampioen worden zonder zelf te spelen, kampioen bij Excelsior - het doemscenario. Het kleinste stadion van de eredivisie ligt bij een wijk met statige gebouwen. Ook hier ligt de tram eruit. Maar vooral is het een uitwedstrijd in de eigen stad, een logistieke nachtmerrie. De massa zal zich op en tussen nog meer plekken begeven.[2] 
    • Er is rekening gehouden met een doemscenario, in de plannen ‘perfect storm’ genoemd. In dat extreme geval is het stadion slecht gevuld, dalen de inkomsten uit de horeca en worden er minder interlands gespeeld ontbreken andere evenementen. Op een bepaald moment komt er dan een punt dat er niet meer aan de bankverplichtingen kan worden voldaan. De angst is dat Feyenoord dan wordt meegetrokken in de val en dat de gemeente haar dividend niet meer krijgt.[3]  
     De rest van de ochtend en bijna de hele middag had ze zich met dit soort doemscenario's beziggehouden.[4]
95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]