Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • do·den·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dodencel dodencellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dodencelv / m [1]

  1. gevangeniscel waarin een ter dood veroordeelde verblijft
    • De ter dood veroordeelde heeft uiteindelijk 15 jaar in de dodencel moeten verblijven. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen