dividendbelasting

  • di·vi·dend·be·las·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord dividendbelasting dividendbelastingen
verkleinwoord - -

de dividendbelastingv

  1. (economie) directe belasting die door een staat wordt geheven op inkomen in de vorm van dividend
    • 'Shell ontwijkt miljarden aan dividendbelasting' [2] 
    • ‘Truc met dividendbelasting kostte Nederland 27 miljard’ [3]