dispergeren
- Geluid: dispergeren (hulp, bestand)
- dis·per·ge·ren
- afgeleid van het Latijnse 'dispergere' (verstrooien, verspreiden) (of 'spergere' (sprenkelen) met het voorvoegsel dis-)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dispergeren |
dispergeerde |
gedispergeerd |
zwak -d | volledig |
dispergeren overgankelijk
- verspreiden, verstrooien
- fijn verdelen in een andere, colloïdaal verdelen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dispergeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.