• dis·count
enkelvoud meervoud
naamwoord discount discounts
verkleinwoord - -

de discountm

  1. kortingwinkel
92 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]


(klemtoonhomogram)

enkelvoud meervoud
discount discounts

discount

  1. korting
    «He was offered an attractive discount
    Hij kreeg een aantrekkelijke korting aangeboden.

discount

  1. waarop korting van toepassing is
    «We have a number of excellent discount items on offer.»
    We hebben een aantal uitstekende zaken met korting in de aanbieding.

discount

  1. bagatelliseren
    «He discounted the influence of the neighboring countries.»
    Hij bagatelliseerde de invloed van de buurlanden.