diocese
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·o·ce·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diocese | diocesen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de diocese v
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord diocese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diocese" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- IPA: /ˈdaɪ.ə.sɪs/
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
diocese | dioceses |
Zelfstandig naamwoord
diocese