diffractie
- Geluid: diffractie (hulp, bestand)
- dif·frac·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buiging van stralen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse diffraction of daarvoor van het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diffractie | diffracties |
verkleinwoord | - | - |
de diffractie v
- (natuurkunde) (optica) buiging van stralen (golven, ook materiegolven), bv. lichtstralen
1.
- Het woord diffractie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diffractie" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "diffractie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be