dienstencheque
- dien·sten·che·que
- samenstelling van dienst en cheque met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstencheque | dienstencheques |
verkleinwoord |
de dienstencheque m
- waardebon waarmee particulieren op een belastingvriendelijke manier huishoudelijke diensten kunnen kopen. Dienstencheques zijn vooral bekend in België.
- Banen in de thuiszorg redden met een subsidie, lukt tot nu toe niet echt. Trouw meldt dat aan de ‘dienstencheque’ niet veel behoefte is. Hoe zou dat nou toch komen?[1]
- Het idee van de witte werkster is destijds afgekeken van België. Daar is gekozen voor een andere uitvoering van de regeling. In België worden de werksters via zogenoemde dienstencheques betaald. Begin dit jaar is dat systeem verfijnd. Wie zijn huis wil laten schoonmaken, klusjes zoals boodschappen wil laten doen of strijkwerk heeft, kan een bedrijf of organisatie inschakelen. De werknemer krijgt één cheque per gewerkt uur die hij inruilt voor geld. De Vlaamse regering experimenteert nu ook met kinderopvang.[2]
1. waardebon waarmee particulieren op een belastingvriendelijke manier huishoudelijke diensten kunnen kopen. Dienstencheques zijn vooral bekend in België.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dienstencheque staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.