diens
- diens
diens
- genitief van die
- Je kent Jakob; diens vrouw ligt in het ziekenhuis.
- ▸ De trainer van de tegenpartij rende het veld in. Hij knielde naast het mannetje en wreef met een waterige spons over diens been.[1]
- Het woord diens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diens" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ðins/ (Etsbergs)
diens
- genitief van doe