Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·kend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: dieken
verbogen vorm: diekende

diekend

  1. onvoltooid deelwoord van dieken
    • Ik heb met hem gesproken op de telefoon, maar heb hem niets gezegd over het lezen van de chats die hy [sic!] heeft gevoerd... Ik kan hem toch niet zeggen dat ik zo "diekend" ben geweest. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen