Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·ge·kne·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: dichtknijpen…
verbogen vorm: dichtgeknepene

dichtgeknepen

  1. voltooid deelwoord van dichtknijpen
     Ze voelde hoe haar keel werd dichtgeknepen.[1]
     Eén oog was stijf dichtgeknepen, het andere tuurde onheilspellend naar de smerige lucht.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen