diamantvogels
- (IPA in voorbereiding)
- di·a·mant·vo·gels
- samenstelling van diamant zn en vogels zn
- diamantvogel zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diamantvogels | |
verkleinwoord |
de diamantvogels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord diamantvogel
- meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Pardalotidae een familie van vogels uit de orde zangvogels. De familie telt 4 soorten
- [2] zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'diamantvogels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.