diagonaalvlak
- di·a·go·naal·vlak
- samenstelling van diagonaal en vlak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diagonaalvlak | diagonaalvlakken |
verkleinwoord | diagonaalvlakje | diagonaalvlakjes |
het diagonaalvlak o
- (bouwkunde) vlak dat een lichaam over de diagonaal verdeelt
- Het woord diagonaalvlak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.