Nederlands

 
diabaas
Uitspraak
Woordafbreking
  • dia·baas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diabaas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het diabaaso

  1. (geologie) soort stollingsgesteente bestaande uit plagioklaas, pyroneen, hoornblende en chloriet
     Wat hebben vulkanen, paprika's en baksteen gemeen - behalve dat ze samen als het begin van een flauwe mop klinken? Dat zit zo. Aan het lava van vulkaanuitbarstingen danken we stollingsgesteenten als basalt en diabaas.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

20 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. diabaas op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Jonathan Witteman
    “Van vulkaan tot paprikabodem tot binnenmuur” (18 oktober 2016), de Volkskrant
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be