• di·e·te·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord diëtetiek
verkleinwoord

de diëtetiekv

  1. leer over gezonde voeding en de toepassing van die leer in de gezondheidszorg
     Bewegen op muziek binnen de zorgcentra is voortgekomen uit een samenwerking tussen de afdelingen diëtetiek, fysiotherapie en bewegingsagogiek. "Bewegen is voor bewoners van de zorgcentra van levensbelang", vertelt Anneke Zocca. "Met een aangepast dieet kun je veel bereiken, maar zonder beweging eigenlijk niets."[2]
     Verder is het de bedoeling om een fysiotherapiepraktijk naar het gezondheidscentrum te halen. Reggeland zal het zorgaanbod van het gezondheidscentrum volgens Olde Engberink completeren met de disciplines diëtetiek, psychologie en thuiszorg.[3]
61 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Dansen op meezingers” (12-11-2007), Tubantia
  3.   Weblink bron “Gezondheidspraktijken in Titus Brandsmahof” (25-07-2009), Tubantia
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be