deurpaneel
  • deur·pa·neel
enkelvoud meervoud
naamwoord deurpaneel deurpanelen
verkleinwoord

het deurpaneelo

  1. vlak deel van een deur
     Volgens taxateurs stamt het reliëf van een kindfiguur uit zijn vroege periode, eind jaren veertig, toen Karel Appel nog studeerde en straatarm was. Hij sloopte alles om maar te kunnen werken. Het reliëf is vermoedelijk uit een deurpaneel gesneden. Een soortgelijk werk uit 1950 bracht ruim 20.000 euro op.[1]
  1.   Weblink bron “Appel van 5 gulden is tussen 20.000 en 25.000 euro waard” (Woensdag 2 september 2015), NOS