Nederlands

Uitspraak
Uitspraak
Woordafbreking
  • de·tail·le·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

detailleren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
detailleren
detailleerde
gedetailleerd
zwak -d volledig
  1. afwerken door het aanbrengen van kleine onderdelen
    • De Zesde symfonie ‘Pastorale’ van Beethoven kreeg van Masur een magnifieke uitvoering, klassiek en liefdevol. Masur is een meester in het rustig detailleren met veel dynamische gradaties. En hij schildert met de orkestklank. Het weldadige gouden licht van het eerste deel werd wat diffuus in de ‘Szene am Bach’, om na de donder en bliksem weer fris te glinsteren. Zó wil men de Pastorale horen.[3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen