detailleerde
- de·tail·leer·de
vervoeging van |
---|
detailleren |
detailleerde
- enkelvoud verleden tijd van detailleren
- Ik detailleerde.
- Jij detailleerde.
- Hij, zij, het detailleerde.
- Ik detailleerde.
- Het woord detailleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.